Behandeling van een getroffen persoon

Als het bekend is, of als men een vermoeden heeft, dat iemand beïnvloed is door het boze oog, dan dient degene die het boze oog op hem heeft geworpen zich te wassen voor zijn broeder. Er dient een vat water gebracht te worden en hij dient zijn hand er in te steken en zijn mond uit te spoelen in dat vat. Dan moet hij zijn gezicht wassen in dat vat, vervolgens zijn linkerhand in dat vat steken en zijn rechterknie wassen, daarna zijn rechterhand in het vat steken en zijn linkerknie wassen. Daarna dient hij zich onder zijn kleren te wassen. Tenslotte dient dit water, van achter, in één keer over het hoofd gegoten te worden van degene die door het boze oog getroffen is. Dan zal hij genezen, als Allah dat wil. (Fataawa al-Ladjnah al-Daa-imah li l-Boeh'oeth al-‘Ilmiyyah wa l-Iftaa-e, 1/186.)

Aboe Dawoed heeft overgeleverd dat ‘Aa-ieshah (moge Allah tevreden met haar zijn) gezegd heeft: “De persoon die het boze oog op iemand heeft geworpen, wordt bevolen om woedhoe-e (de kleine rituele wassing) te verrichten, vervolgens dient degene die getroffen is zich te wassen (met dat water).” (Dit was als Sah'ieh' geclassificeerd door al-Albaanie in Sah'ieh' Abie Dawoed.)

Sheikh Moh'ammad ibn Saalih' al-‘Oethaymien (moge Allah hem genadig zijn) heeft gezegd: “In geval iemand getroffen is door het boze oog, dient men de behandeling toe te passen die door de sharie'ah wordt aanbevolen, waaronder:

- Het reciteren van roeqyah. De profeet (Allah's vrede en zegeningen zijn met hem) heeft gezegd: “Er is geen roeqyah, behalve in het geval van het boze oog en koorts.” (At-Tirmidzie, 2057; Aboe Dawoed, 3884.) De engel Djibriel (vrede zij met hem) deed roeqyah voor de profeet (Allah's vrede en zegeningen zijn met hem) en zei: “Bismillaahi oerqieka min koelli shay-in yoe'dzieka, min sharri koelli nafsin aw ‘ayni h'aasid Allaahoe yashfiek, bismillaahi oerqiek (in de naam van Allah verricht ik roeqyah voor jou, tegen alles dat jou schaadt, tegen het kwaad van elke ziel of jaloers oog, moge Allah jou genezen, in de naam van Allah verricht ik roeqyah voor jou)."

- Vraag de persoon die het boze oog op de getroffen persoon heeft geworpen zich te wassen, omdat de profeet (Allah's vrede en zegeningen zijn met hem) ‘Aamir ibn Rabie'ah dit beval. [Volgens een h'adieth overgeleverd door imaam Ah'mad (15550), Maalik (1811), an-Nasaa-ie en Ibn H'ibbaan, en verhaalt door Sahl ibn H'aneef.] Het water dient gegoten te worden over de getroffen persoon.